dinsdag, november 02, 2010

Lake Bogoria

Woensdag 20 oktober 2010
Kenyatta day



Feestdag in Kenia ter ere van de eerste president Jomo Kenyatta. De Keniaanse vlag duikt op in het straatbeeld maar de festiviteiten laten we links liggen.
Vandaag trekken we naar Lake Bogoria en we hebben alle vertrouwen in Bernard , zijn auto en vooral de GPS. Onderweg opnieuw talrijke theeplantages. Verschillende barakken waar timmerlieden werken aan doodskisten.
“Hoe meer je er ziet, hoe slechter,’ verklaart Bernard, “dat betekent dat er veel aids is”.

Een vrachtwagen staat in panne. Dat wordt niet aangeduid door een gevarendriehoek, maar door takken die de chauffeur op de baan heeft gelegd. Enkele mannen buigen zich over het probleem. Hier fixen ze werkelijk alles, maar het is er ook vaak aan te zien… Een autokeuring bestaat niet in Kenia en ik schat dan ook dat zo’n 80% in België de gevreesde rode kaart zou krijgen.

Een riviertje kronkelt door het droge land, zich uitvretend in de bodem. De gorge die gevormd wordt, is diep en steil. Kinderen willen ons meetronen naar een aantal krokodillen die op de oever liggen te zonnen. Maar als we hen vragen waar die zich bevinden, kunnen ze ons geen afstand zeggen.

“500 meter ? vraagt Bernard, de afstanden kennende in het zwarte continent.
“Wat is een meter ?” vragen de kinderen.
We spreiden onze armen open tot 1 meter, maar ook dat kennen ze niet en dus laten we de kinderen, krokodillen en de wandeling er naartoe verder met rust. Hier kan 1 meter immers wel een kilometer worden.



We passeren Eldoret, waar de beste lopers ter wereld vandaan komen. Zoek dat maar eens op in de uitslagen van de Olympische Spelen !
We checken in in het ‘Lake Bogoria Spa Resort’, een aftands hotel dat men beter zou herdopen tot ‘In de Vergane Glorie’. Het wordt wel omgeven door een prachtig park. Speelse vervet aapjes proberen het eten uit ons bord te stelen. Een mariboe houdt de wacht pal naast ons tafeltje.





Overal duiken hier ook termietenheuvels op. Eén ervan wordt onderworpen aan een deskundig onderzoek van Bernard. Hij vertelt dat het nest zich tot onder 1 meter in de grond verdiept. Het kattekwaad zit hem in het bloed, maar zijn pogingen om de top van de termietenheuvel eraf te slaan, lukken niet, zo straf is het gemetseld. Dan maar wat poken met een stokje om de beestjes te zien te krijgen die zich schuil houden in de vele gangen die de heuvel doorkruisen.



Na het middagmaal tuffen we naar het Bogoriameer. Een grote Nijlhagedis heeft een onzachte aanraking met een auto niet overleefd en ligt zieltogend langs de weg. Het hobbelige pad loopt langs het meer en al vlug zien we waarvoor we werkelijk tot hier gekomen zijn. In de verte lijken het eerst nog roze watten pluksels, maar al gauw kunnen we de duizenden flamingos van heel dicht gaan bekijken. Mijn gedachten gaan onmiddellijk uit naar hun familie in de zoo van Antwerpen, die daar zielig wat staan pootjebaden en bijgevoederd moeten worden om hun roze kleur te krijgen.
Hier staan ze als fiere balletjuffers opgesteld in vele ontelbare rijen, foeragerend door het water. Een prachtig spektakel !
Frank wil ze van dichtbij fotograferen. De dieren zijn schuw maar ook ongelooflijk gedisciplineerd. Rij per rij stijgen ze op, als perfect gedrilde soldaten in roze balletpakjes.








Een visarend houdt ze in het oog, hij lust niet alleen vis maar ook flamingovlees.



Wat verder ontspringen warmwaterbronnen. Een handvol Kenianen kookt eieren in de bloedhete plassen water. De warme zwaveldampen doen deugd. Minigeisertjes zorgen voor een pruttelend, stomend landschap.




Waterbokken en koedoe’s piepen van tussen de struiken.
Klipdassen liggen te zonnen op een rots. Ongelofelijk dat deze op een voetbalgrote lijkende cavia het kleine neefje is van de olifant, ze zouden afstammen van dezelfde voorvaderen.








Een luipaardschildpad – zijn naam heeft dit dier te danken aan de tekening op zijn schild en duidelijk niet aan zijn snelheid – kruipt traag vooruit.



De rit is zeer intens door het slechte pad, de 4 x 4 aandrijving wordt regelmatig ingeschakeld. Na 24 km bereiken we het einde, maar wat blijkt : de poort is gesloten en we moeten vervolgens de hele weg autobokkersgewijs terug. Geen probleem. Het blijft genieten. De luipaardschildpad die we zonet tegenkwamen zit nog altijd op dezelfde plek, zich wellicht afvragend of we niet goed bij ons hoofd zijn om de pokkige baan nogmaals helemaal af te rijden…

De avond breng ik drijvend door in het hotelzwembad dat rechtstreeks aangevuld wordt met water vanuit de warmwaterbronnen. Ik voel me spa tot in mijn kleinst vezeltjes.

Geen opmerkingen: