maandag, november 01, 2010

Victoriameer en Ndere eiland

Dinsdag 19 oktober, voormiddag



Rond 5 uur in de ochtend word ik wakker van geplons.
Frank ligt nog rustig te knorren en ik glijd uit mijn bed en ga kijken waar het geluid vandaan komt. De nacht kleurt het Victoriameer tot een oliezwarte massa.
Een Luo-visser staat tot aan zijn middel in het water en gooit zijn netten uit.
Het is muisstil en zwoel, enkel het geplons is te horen, een zalig moment.

Enkele uren later brengt Rock ons met een motorbootje naar Ndere, een klein onbewoond eilandje dat gekend is om zijn vele vogelsoorten. Het Victoriameer is met zijn 69.484 vierkante kilometer het tweede grootste zoetwatermeer op aarde. Hier ontspringt de Nijl en de ontdekking ervan leidde tot de wereldberoemde Livingstone en Stanley-verhalen.

Maar het meer kampt met ernstige problemen :
- door vervuiling is het water een grote spinaziesoep geworden, groen kleurend door welig tierende algengroei
- de Victoriabaars, die destijds werd uitgezet als consumptievis, is zodanig vraatzuchtig dat de oorspronkelijke vispopulatie gehalveerd werd
- waterhyacinthen zijn een immens probleem. Ze gedijen hier zo goed, dat ze de oppervlakte veranderen in een groene mat, waar vissersboten en scheepvaart niet meer doorgeraken. Rock moet verschillende keren zijn motorbootje stilleggen om de planten die zich vastdraaien in de motor de verwijderen. Ook de hydro-elektrische centrales krijgen er problemen door. En ze zorgen voor een serieuze daling van de zuurstof in het water. Bernard vertelt ons dat reeds heel wat middelen gebruikt werden ter bestrijding ervan, maar dat de biologische manier door het gebruik van snuitkevers de meest afdoende is. Ze eten de bloemen van de waterhyacinthen op, waardoor deze dan toch tenminste niet meer kunnen bloeien. Wetenschapper Bernard neemt een staal mee in een lege Fantafles, benieuwd hoe het water de volgende dagen zal reageren. Stinken doet het sowiesie al !




Ondanks de problemen van het Victoriameer, gaat het leven hier gewoon verder. Vissers met dhows leveren enkele prachtige foto's op en eigenlijk zijn ook de waterhyacinthen, ondanks het feit dat ze hier een pest zijn, heel mooi.






Na een uurtje varen, bereiken Ndere eiland.
Ik spring uit de boot recht in een nest soldatenmieren. "Niet blijven stilstaan", roept Bernard, "deze monstertjes zijn venijnige bijters en je krijgt ze beter niet in jouw broek !".

Door de bush klimmen we omhoog onder een bloedhete zon. Al gauw komen we terecht in hoog gras waarin zich een uiterst vermakelijk diertje schuilhoudt : een mooi gestreepte libelle. Al gauw zwermen honderden dragon flies rond ons en wat zeer merkwaardig is : ze gaan mee op ons ritme. Als we stilstaan blijven ze hangen in de lucht en vanaf het moment dat we weer vooruitgaan, volgen ze ons zo trouw als een hond. Heel merkwaardig. Ik heb dit beestje gegoogled en het blijkt om een 'banded groundling' te gaan.




Even later krijgen we boven op de heuvel een prachtig uitzicht te krijgen over het machtige Victoriameer. Zwaluwen vliegen boven ons hoofd. Ook vele andere vogels worden gespot, doch de gids die enkel Swahili spreekt, kent er de Engelse benamingen niet van. Er wonen ook een aantal impala's op het eiland die het hazenpad kiezen als ze ons zien. Tijdens de afdaling zien we een baviaan die een kleine aap gedood heeft die hij juist wil beginnen oppeuzelen. Kwaad en luid 'blaffend' waarschuwt hij ons niet te dicht te komen.

Een visarend, reigers, ijsvogels en Afikaanse wipstaarten tonen zich van hun mooiste kant. Ook de hamerkop is present. Deze merkwaardige vogel maakt reusachtige nesten van stokken, bladeren, kleren, papier, plastiek... Het nest is toegankelijk via een kleine, smalle gang die je best niet exploreert want voor hetzelfde geld heeft zich er een slang ingenesteld.








Geen opmerkingen: