Zondag 24 oktober 2010.
Ik werd héél vroeg wakker van de dorst. Buiten is het nog donker, maar het ochtendgebed klinkt al vanaf de moskee. Ik installeer me op het buitenterras, de lucht is zwoel en de Indische Oceaan klotst zachtjes op het strand. Vleermuizen vliegen boven mijn hoofd en vangen vette motten. Gekko's lopen over het plafond.
De zon komt op achter een ronde wolk die ze een gouden randje geeft. Het doet me denken aan het ouderwets servies van mijn grootmoeder.
Enkele uren en een ontbijt met exotisch fruit later, varen we naar het stadje Lamu.
Het leven speelt zich hier af rond de haven. De smalle straatjes, waar soms amper een ezel kan passeren, zijn stoffig en druk. Geen jeansbroeken in het straatbeeld van dit moslimeiland, maar mannen met lange jurken en gesluierde vrouwen.
Hier rijdt, behalve een ezelsambulance en de auto van de politiecommissaris, geen enkele auto. Er is ook een ezelhospitaal ! De huizen zijn op een typische Swahili-manier gebouwd met een mix van koraal, water en zand. De deuren zijn magnfiek en onze valies helaas te klein om er eentje mee naar huis te nemen. De mannen hangen in de beschaduwde alkoven voor hun huis, ezels dragen zware vrachten. Met een gids bezoeken we een huis en dromen ervan hier met de hele bende op pensioen te komen.
Een kat kijkt begerig naar de grote vis die de visser aan het kuisen is en wat verderop zitten 7 katten voor de deur van de plaatselijke beenhouwer te wachten op een hapje.
's Middags eten we met zicht op 2 kinderen die hun ezel in zee aan het wassen zijn.
Op het menu staan kokossoep, krabsoep en vissoep. De risotto met zeevruchten is heerlijk.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten